De baby's van obstetrie verpleegkundige Joyce

Joyce

Zo lang ze zich kan herinneren wil Joyce al voor baby’s zorgen. In groep 3 maakte zij al een tekening van een zuster in verpleegstersuniform met een baby in haar armen. Van haar wens maakte zij haar baan en begon in de reguliere kraamzorg bij mensen thuis. Na 10 jaar vol liefde voor verschillende gezinnen en hun pasgeboren baby’s te hebben gezorgd werd zij gevraagd om als eerste kraamverzorgster in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein te komen werken. Hoe Joyce in 2020 dan toch op de Spoedeisende Hulp terecht is gekomen?

“Toen ik in het St. Antonius Ziekenhuis aan de slag ging, zo’n 18 jaar geleden, werd er nog niet gewerkt met eigen kraamverzorgsters op de afdelingen. Ik heb hierin echt mijn plekje moeten veroveren. Er waren destijds ook collega’s die sceptisch waren en zich dan afvroegen ‘kan je dat allemaal wel’. Dat was zeker pittig, maar we hebben echt een plek gecreëerd voor kraamverzorgsters in het ziekenhuis. Je ziet dit ook steeds meer in andere ziekenhuizen. Daar ben ik trots op.”

“Na mijn tijd als kraamverzorgster ben ik doorgegaan naar de verpleegkundige opleiding en op de obstetrie terechtgekomen en uiteindelijk ook mijn specialisatie gehaald. Ik heb dus echt altijd ‘iets met baby’s gedaan’, en nu doorgegroeid naar de obstetrie.”

"We hebben echt een plek gecreëerd voor kraamverzorgsters in het ziekenhuis. Je ziet dit ook steeds meer in andere ziekenhuizen. Daar ben ik trots op."

Kun je wat meer vertellen over obstetrie en wat je zoal doet?

“Obstetrie is eigenlijk alles binnen de verloskunde, maar dan echt in het ziekenhuis. Je helpt de klinisch verloskundige, dat zijn verloskundigen die in de tweede lijn werken, en de gynaecoloog. Beide help je bij hun handelingen, je assisteert ze. Zo help je bijvoorbeeld de anesthesist bij het aanleggen van een epiduraal bij een ruggenprik. Ook werk je veel samen met de kinderartsen op de neonatologie. In het St. Antonius Ziekenhuis hebben ze bijvoorbeeld ‘family centered care’; als een vrouw bevallen is en het kindje moet op de neonatologie liggen, dus in een couveuse, komt dat kindje gewoon naast het bed van de moeder te staan. Dan heb je een hele intensieve samenwerking met het gezin en de neonatologie.”

“Daarnaast ben je een vast punt voor het koppel dat aan het bevallen is. Je biedt hun zekerheid en vertrouwen. Als ze bellen dan ben jij de eerste die komt. Je moet echt ook zorgen dat zij zich op hun gemak voelen. Eigenlijk doe je van alles. Het liefst zit je er nog langere tijd naast om de weeën mee op te vangen, maar die tijd is soms gewoon beperkt, dus dat gaat niet altijd. Verder heb je zoveel verschillende soorten mensen, je moet dus echt wel het een en ander in je mars hebben om mensen aan te voelen, want iedere vrouw heeft weer haar eigen wensen.”

Hoezo de overstap naar de Spoedeisende Hulp dan?

“Sinds Corona ben ik begonnen met helpen op de SEH, dat was afhankelijk voor 3 maanden, maar na 3 maanden vroegen ze of ik langer kon blijven. Ik wilde iets meer vrijheid en iets minder dagen dan bij verloskunde, dat kon daar niet, maar wel op de SEH.”

En toen volgde de overstap naar Medicalhunt?

“Binnen de SEH heb je best veel collega’s die gedetacheerd zijn. Op de verloskamers zie je dat eigenlijk bijna niet, dus ik kwam daar ook niet mee in aanraking. Op de SEH hoor je verhalen van iedereen en toen dacht ik, misschien is het wel een mooie tijd om nu elders te gaan kijken. De 3 collega’s van Medicalhunt op de SEH die ik gesproken heb, waren heel erg lovend. Toen heb ik zelf nog meerdere bedrijven gesproken en Medicalhunt sprak me het meest aan omdat het kleinschaliger en persoonlijker is dan de meeste detacheerders. Daarnaast komt bijvoorbeeld Steven zelf uit de zorg, daardoor weten ze gewoon waar ze het over hebben, dat is heel fijn.”

En nu, toch weer terug naar ‘jouw baby’s’ via Medicalhunt?

“Ja, ik werk nu sinds januari in het Flevoziekenhuis op de verloskamers. Na 18 jaar in het St. Antonius Ziekenhuis is dit weer heel anders. Van een relatief groot periferieziekenhuis naar een wat kleiner ziekenhuis. Het positieve is dat het persoonlijker is, je ontmoet elkaar sneller. Ook van andere afdelingen, iedereen groet elkaar. Het St. Antonius Ziekenhuis daarentegen heeft wat modernere faciliteiten, zoals wat ik eerder vertelde de family centered care met de couveuse naast de moeder. Of bijvoorbeeld een warmtekast in het geval van calamiteiten.”

“Bij ‘het Flevo’ staan ze wel echt voor open voor de collega’s, en voor de kennis en ervaring die ze meebrengen. Ze vroegen mij ook, wat zou jij anders willen, wat mis je? Er zijn natuurlijk veel dingen die anders kunnen, maar dat is niet altijd per se beter, daarin kun je van elkaar leren. Dat is ook echt een voordeel als je ergens als gedetacheerde komt; je komt er met een heel open blik in.”

En waarom heb jij nu voor het Flevoziekenhuis gekozen? Voor deze opdracht?

“Ik had 2 opdrachten, of eigenlijk 3 waaruit ik kon kiezen. Bij de ene opdracht werden alleen nachtdiensten aangeboden, dus die viel af voor mij. Bij de beide andere ziekenhuizen ben ik gaan kijken en heb toen gekozen voor Almere. Daar is het kleinschalig en persoonlijk. Waarschijnlijk zou ik het in het andere ziekenhuis ook naar mijn zin hebben gehad, maar toch ging mijn voorkeur uit naar het Flevoziekenhuis. En die keus had ik ook."

Dit is pas je eerste opdracht, wat is het grote verschil nu je gedetacheerd wordt?

“Het hele fijne vind ik dat ik even geen vergaderingen en werkgroepjes heb. Je bent aan het werk en dat is het. Dat vind ik wel heel fijn. Je bent naast het zorgen nergens verantwoordelijk voor."

"En het verschil van de ziekenhuizen zelf. Ik verwacht dat wanneer ik naar een volgende opdracht toega het weer anders is. Dat maakt het ook leuk die afwisseling.”

Hoe ziet jouw dag er nu uit?

“Ik begin mijn dag met het inlezen van mijn patiënten, de overdracht en dan gewoon lekker aan de slag. Geen dag is hetzelfde. Je hebt geen voorbedacht programma voor de hele dag. Het kan zomaar zijn dat je met één bevalling begint, en in de loop van de ochtend komen er dan zomaar een paar bij. Dan zul je toch snel moeten schakelen. Dat moet je wel kunnen. Verloskunde en SEH zijn daarin beide erg dynamisch, het is hollen of stilstaan.”

Toch weer de SEH, zou je daar nog naar terug willen?

“Met een jaar of 2 wil ik heel graag die opleiding gaan doen. Dat staat echt op mijn verlanglijstje. Verloskunde is heel dynamisch, maar SEH is dat ook. Van jong tot oud, alles heb je daar. En ik hou echt wel van af en toe actie, dat ik niet weet wat er gebeurt die dag en dat de adrenaline door je lijft giert. Als de dag gedaan is, dat je dan denkt, zo dat hebben we samen weer mooi voor elkaar. Knallen met zijn allen.”